Bijzondere verrichtingen – algemene regels
Er zijn verschillende bijzondere verrichtingen. Bij alle bijzondere verrichtingen zijn er een paar algemene, belangrijke regels:
- Begin met bijzondere verrichtingen alleen als dit kan. Dat wil zeggen: zoek een geschikte plaats uit om de bijzondere verrichting uit te voeren en zorg ervoor dat je veilig stil kunt gaan staan zonder andere weggebruikers te hinderen.
- Het is belangrijk dat je voor, tijdens en na de bijzondere verrichtingen goed om je heen blijft kijken, zodat je op elk moment de situatie onder controle houdt.
- Het is voor jezelf gemakkelijk om alle bijzondere verrichtingen stapvoets met een slippende koppeling uit te voeren. Zo kun je de situatie goed blijven waarnemen en gevaarlijke situaties vermijden.
- Gas bijgeven tijdens de bijzondere verrichtingen mag, maar dan maak je het jezelf wel moeilijker omdat je meer snelheid hebt.
- Als je de bijzondere verrichtingen uitvoert, realiseer je dan dat elke andere weggebruiker voorrang heeft. Daarom dien je te stoppen als andere weggebruikers jou willen inhalen.
Let erop dat je na het uitvoeren van bijna alle bijzondere verrichtingen (behalve bij de hellingsproef en het keren op de weg) richting aangeeft.
Verschillende bijzondere verrichtingen
Voorbeelden van bijzondere verrichtingen zijn:
Hellingproef
De hellingproef is het vloeiend wegrijden vanaf een vlak dat helt. Daarbij mag je niet achteruit rollen. Kom je tot stilstand op dit hellende vlak dan rol je achteruit als je niet remt. Je kunt de hellingproef uitvoeren met de handrem of zonder. Hoe steiler de berg helt hoe gemakkelijker het is de handrem te gebruiken.
Vakparkeren
Vakparkeren is het recht achteruit inparkeren van de auto in een parkeervak zoals je die vaak ziet bij supermarkten.
Fileparkeren
Fileparkeren is het zijwaarts inparkeren van de auto waarbij je de auto achter of voor een geparkeerd voertuig neerzet. Vaak gebeurt dit in woonwijken waarbij het doel is zo dicht mogelijk zijdelings bij de stoeprand te parkeren zonder de stoeprand te raken.
Bocht achteruit
Bij het bochtje achteruit rijd je achteruit een rechterbocht door. De instinker bij het bochtje achteruit kan zijn dat de examinator je vraagt achteruit te rijden in een eenrichtingsweg; dit mag niet. Let er daarnaast op dat je veel rondom je kijkt. Kijk ook vooral in de spiegels naar achteren, zodat je weet wat er zich daar afspeelt.
Achteruit rijden
De examinator kan je ook vragen recht achteruit te rijden in plaats van het bochtje achteruit. Goed om je heen blijven kijken is ook bij deze bijzondere manoeuvre belangrijk. Je blijft zo lang achteruit rijden totdat de examinator zegt dat je weer vooruit kunt rijden. Probeer dit in een zo recht mogelijke lijn te doen.
Keren op de weg
Bij het keren op de weg is het de bedoeling dat met drie handelingen de andere kant op rijdt. Als je examinator je vraagt te keren op de weg dien je eerst zoveel mogelijk naar rechts te sturen (maar raak daarbij niet de stoep!). Ga stilstaan en kijk of je kunt keren. Als dit het geval is stuur je zo snel mogelijk helemaal naar links met een slippende koppeling. De auto moet daarbij in beweging zijn. Als je de stoeprand aan de andere kant raakt (zachtjes!) schakel je in de achteruitversnelling. Rij achteruit totdat je bijna de stoeprand aan de andere kant raakt. Vervolgens schakel je in de eerste versnelling en rijd je de andere kant op.
Bijzondere manouvres
De bijzondere verrichtingen heten sinds 2008 bijzondere manoeuvres. Toch spreken veel mensen nog steeds van bijzondere verrichtingen.
- Lees meer over het kijkgedrag
- Ga terug naar het menu: Exameneisen
- Ga terug naar het menu: Praktijkexamen